Interview met Marleen en Nicole van Sjarabang

Vreemde vogels vliegen ook bij Sjarabang

Voor deze tentoonstelling komt Sjarabang onze expohal overnemen.

Wij spraken met bezieler Marleen en medewerker Nicole. 

Dag Marleen, dag Nicole. Laten we meteen met de deur in huis vallen: wat is ‘Sjarabang’?
M: De naam Sjarabang komt van het Franse woord ‘charabanc’. Het verwijst naar een platte kar die getrokken werd door een paard. Op de karren waren een decor en banken bevestigd. Ook de acteurs namen er plaatsen op. Zo reden ze dan van dorp naar dorp waar telkens theater werd gespeeld voor het publiek. Na afloop gingen ze rond met de hoed om wat geld op te halen, waarna ze naar de volgende plaats trokken. De Mechelaars riepen dan altijd: ‘De sjarabang is daar.’ En wij hebben dat overgenomen. 

Vanuit welk idee is Sjarabang dan ontstaan?
M: Sjarabang is een warm huis waar beleven en ontdekken van kunst en cultuur centraal staan. Het bestaat in principe al sinds 1983, maar echt actief nog maar een jaar of 12. Het is begonnen toen ik in een tehuis werkte, maar merkte dat er eigenlijk niets gedaan werd met de gasten (n.v.d.r.: Marleen verwijst naar ‘de gasten’ wanneer ze het heeft over mensen met een beperking). Ik kreeg toen het idee om een toneelstuk met hen te spelen en mijn echtgenoot, Ugo Prinsen, ging daar volledig in mee. Ik zag hen evolueren doordat ze naar andere muziek luisterden en door op te treden. Ik merkte ook dat ze hechter werden met hun familie. Hun gevoel van eigenwaarde steeg en ik dacht: ‘hier moet ik iets mee gaan doen’. Een beetje later ontstond er dan een vzw, Sjarabang, en na jaren dienst heb ik besloten om de sprong te wagen met mijn organisatie. En dat is blijven groeien.

N: Inclusief ik (lacht). Jaarlijks organiseert Sjarabang een kunstenfestival en de eerstejaars ergotherapie komen ons altijd helpen. Ik was zo’n eerstejaars en dat klikte. En dat is blijven klikken. Ik had altijd een droom om een koffiehuisje met een atelier te openen. Dat is steeds in mijn hoofd blijven hangen. Sjarabang was eigenlijk een beetje thuiskomen: de filosofie, de missie en de visie om talenten in de verf te zetten. 

Jullie zien kunst als verbindingsmiddel. Die visie en missie, wat houdt die dan in?
M: Ja, wat wij willen is inclusief zijn en tonen aan de buitenwereld dat iedereen kan meedraaien. Niet de beperking en de zorg staan centraal, maar wel de eigenheid van elk persoon. We zeggen het soms ook zo: ‘Alle vreemde vogels zijn hier welkom en die vliegen ook.’

N: We willen vooral een plek zijn waar verbinding centraal staat, waar ieder zichzelf kan zijn. Ook wij. Ik heb jarenlang in de horeca gewerkt waar ik de hele dag een masker moest opzetten. Hier hoef je niet afgelijnd te zijn. Gewoon puur.

M: Ja, en die verbinding maken, doet mij echt deugd. Je ziet families openbloeien. Je krijgt heel veel terug van de werking. We hebben een open atelier waar iedereen welkom is. Er is ruimte om te experimenteren met verschillende materialen. We hebben ook een koor, toneel-en een dansgroep. Daar geldt hetzelfde verhaal, want de helft van hen zijn mensen met een beperking. Het is mooi om te zien wat een mooie wisselwerking en vriendschappen daaruit ontstaan. Iedereen kan daar zijn wie hij wil zijn.

N: Want we spreken vaak over ‘mensen met’ en ‘mensen zonder beperking’, maar een van onze vrijwilligsters heeft dat eens mooi gezegd. Zij zei: ‘Wij zijn inclusief mensen met een beperking en mensen die denken dat ze geen beperking hebben.’ Dat is mij altijd bijgebleven, want dat is zo. Iedereen heeft zijn mindere kanten. 

Is ‘jezelf zijn’ dan iets wat je geleerd hebt binnen Sjarabang?
M: Ik denk dat mensen met een beperking mijn leven hebben bepaald. Ze zijn hetzelfde, maar ook anders. En puurder. Ik ben verliefd op mensen met een beperking. Die zijn zo echt, zo puur en zeggen gewoon waar het opstaat. Ik neem dat zelf soms over, waar mensen dan van schrikken. Ik kom te dicht bij mensen, ik praat tegen iedereen. Je neemt heel wat positieve dingen van hen over.

N: Klopt zeker, ik ook (lacht). Nog zoiets wat ik bewonder aan hen is het loslaten. Dat moeten wij leren. Bij de kunst die ze maken, is dat ook het geval. Wij denken daar veel te hard over na, wij zoeken uit en gaan meten. Bij hen komt alles uit henzelf. Hun kracht is dat ze minder bezig zijn met hoe het moet.

Er komt een residentie en expo aan binnenkort. Vertel!
M: Wij gaan al meer dan 20 jaar met de gasten naar Destelheide. We kennen daar het reilen en zeilen.
We hebben ook telkens de tentoonstellingen bezocht. Dat gaf hen ook inspiratie voor nieuwe werken. Ik vind het fantastisch dat we er nu zelf gaan exposeren.

N: Er staat dit jaar weer veel op de planning tijdens ons verblijf in Destelheide. We proberen telkens alle kansen te grijpen. Zoals Marleen al aangaf, bezoeken we de expo. Als er op dat moment een artiest in huis is die een try-out organiseert, springen we ook op de kar. We gaan ook af en toe eens buiten het domein om een wandeling te maken. En tijdens de dag is er de keuze uit verschillende workshops in verschillende disciplines. De bedoeling is dat we daar dan ook verder opbouwen.

Veel vooruitzichten! Jullie hoofd staat ook niet stil.
M: Exact. Ik word er zo ongemakkelijk van dat ik continu denk: ‘dit kunnen we ook nog doen’. Je laat het nooit los. Je gaat ergens naartoe, bijvoorbeeld op vakantie, je ziet iets en hup… Snel een foto of snel even opschrijven en doorsturen naar de rest. Een week later ga je dan zelf aan de slag.

N: Wij moeten ons soms echt inhouden. Je wil de gasten ook gewoon alle kansen geven. Daardoor blijf je ook alles uitzoeken en ontdekken. Dat stopt niet.

Wat is het mooiste dat je al hebt kunnen bereiken met Sjarabang?
M: Er zijn zo veel mooie momenten. We hebben ooit Romeo en Julia opgevoerd op een echte charabanc. De dansvoorstelling ‘Normalizers’ was ook een groot succes. Alle werken in onze artotheek. Ik kan zulke momenten blijven opsommen. Echt waar, als ik door mijn leven fiets, ben ik echt een gelukkig mens. Ik ga al mijn leven lang naar een tweede thuis in plaats van mijn werk. Hoe schoon is dat?

N: Sjarabang heeft mij echt een voller leven gegeven. Je ziet de gasten openbloeien, zelfvertrouwen krijgen, zelfstandiger worden. Je ziet dat ze je vertrouwen en dat je kleine steentjes werpt waarmee ze verder kunnen in hun dagelijkse leven. We gebruiken kunst echt als een middel om verder te groeien. Ze verdiepen zich in verschillende disciplines, maar die verdieping helpt hen ook met heel andere zaken, zoals bijvoorbeeld grenzen aangeven of uitzoeken wat ze leuk en minder leuk vinden. Dat geeft je een dankbaar gevoel. 

Deel deze pagina: